Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar [28]zij weigerden op te merken, en [29]togen hun schouder terug, en [30]zij verzwaarden hun oren, opdat zij niet hoorden. 28. Te weten, uwe vaders en voorouders. Zie hfdst.1 vs.4. 29. Dat is, zij wilden des Heeren juk niet dragen. Hebr. zij gaven een afwijkenden schouder. Zie Neh.9:29. 30. Verg. Jes.6:10.